] Introduction by Richard Niessen (in Dutch)
floorplan Palace of Typographic MasonryPALACE about
(You are using a an older browser that can't show CSS Grids, so things might not look as intended.)

Tracing Board Treasury

arrow

Introduction by Richard Niessen (in Dutch)

De Schatkamer van de Tekenborden

Het Paleis van Typografisch Metselwerk is een denkbeeldig bouwwerk dat bestaat uit 9 afdelingen: Teken, Symbool, Ornament, Constructie, Poëzie, Spel, Orde, Ambacht en Praktijk. Het is de structuur waarbinnen de intrinsieke waarde van grafisch ontwerp wordt bewaard en gekoesterd en een pleidooi voor de verbeeldingskracht van grafische talen. In de afdeling van het Symbool is een ruimte gewijd aan de symbolentaal van de Vrijmetselarij, de Schatkamer van de Tekenborden. Deze ruimte, toegevoegd door Richard Niessen die hiervoor Harmen Liemburg en Nejc Prah vroeg om mee te werken, wordt op vrijdag 4 oktober om 20:00 uur geopend.

Symbolen

Het denken in de oudheid en een groot deel van de middeleeuwen werd beheerst door het idee dat de dingen in de dagelijkse verschijningswereld alléén werkelijk waren doordat zich in hen een hogere, goddelijke waarheid openbaarde. De zichtbare wereld was een weerspiegeling van oerbeelden en eeuwige gedachten. De dingen speelden een rol als ‘symbool’ van een andere wereld: symbolen voeren de geest weg over de grenzen van het eindige, ze wekken vermoedens en suggesties. Ze zijn de tekens van het onzegbare.

Het woord "symbool" komt van het Griekse ‘symbolon’, wat samenpassen of herkennen betekent. De term verwijst naar twee potscherven die nauwkeurig in elkaar pasten. De scherven werden door twee ver van elkaar verwijderde partijen of families bewaard. Het samenbrengen gold als een bewijs van hun alliantie of verwantschap. Symbolen deden dienst als herkenningsteken en hebben van oudsher iets met verbergen en dus met geheimzinnigheid te maken.

Een teken is daarentegen eenduidig en gedefinieerd. Denk aan de verkeerstekens, onze letters en tekens in muzieknotatie. Een symbool verwijst juist naar onzichtbare dingen zoals gedachten, ideeën en gevoelens. Het symbool roept een belevingswereld op en is méérduidig.

Symbolen zijn van oudsher zeer effectief om de aandacht van het publiek te richten op deugden en idealen, verplichtingen en spirituele waarden. Tegenwoordig maakt juist de reclame volop gebruik van de bewuste of onbewuste symboliek, met als doel het koopgedrag te beinvloeden. Vandaar dat symbolen alom in de beeldcultuur aanwezig zijn: ze bepalen ons straatbeeld met vlaggen, logo’s, kleding en architectuur, op verpakkingen, affiches, billboards, in apps en films.

Samenwerkende symbolen vormen een symbolentaal, zoals de symbolen voor de tekens van de dierenriem, christelijke symboliek of de symbolen van de hiphopcultuur. Zulke symbolen zijn met elkaar verbonden, maar niet in een functioneel mechanisme zoals een alfabet. Ieder symbool staat voor een complexe betekenis, die je niet eenvoudig leert kennen. Bij elkaar helpen ze samenhang en helderheid te geven aan het netwerk van denkbeelden, overtuigingen, theorieën en ceremonies. De symboliek fungeert als harmonisch bindmiddel en houdt tegelijkertijd de niet-ingewijden op afstand.

Vrijmetselarij

De vrijmetselarij is een internationale vrijdenkersbeweging, met zijn oorsprong in de metselaarsgilden van de middeleeuwen. Het begrip ‘vrijmetselarij’ is afkomstig uit het Frans, waar men sprak van frère-maçons, letterlijk: broeder-bouwers. In het Engels werd frère-maçons verbasterd tot freemasonry. Doel van de vrijmetselaar is het streven naar geestelijke en morele verheffing, onderlinge waardering en wederzijdse hulp.

De werkwijze van de Vrijmetselarij is die van de inwijding, een ritueel spel. De symbooltaal, waarin elk aspect van het wereldbeeld van de vrijmetselaars is gecondenseerd tot een beeld dat duidelijk en krachtig zijn functie binnen het geheel communiceert, wordt als middel gehanteerd die door de inwijding loopt. De drie symbolische basisgraden zijn die van leerling, gezel en meester, en bij elke graadverhoging wordt een nieuw stuk inzicht eigen gemaakt. Bewust wordt geen gebruik gemaakt van een directe inwijding door middel van handboeken met teksten en definities, maar voor een indirecte symbolische benadering.

De gehanteerde symbolen zijn niet specifiek door vrijmetselaars bedacht, maar van veel oudere oorsprong, bijvoorbeeld de klassieke oudheid, de natuur, het oude Egypte, de christelijke en joodse geloofsgeschiedenis, de middeleeuwse gilden en natuurlijk het bouwvakkersberoep. In een aantal Egyptische piramides komt bijvoorbeeld reeds de passer en winkelhaak (het embleem van de Vrijmetselarij) voor, het 47e probleem van Euclides komt uit de wiskunde en de troffel, hamer en maatstok zijn oorspronkelijk werktuigen die de oude bouwgilden hanteerden.

Tekenborden of tableaus worden gebruikt om het materiaal dat in de verschillende graden aan bod komt, toe te lichten. Het zijn illustraties met de verschillende symbolen van de Vrijmetselarij, die als leermiddelen worden gebruikt tijdens de lezingen waarin een ervaren lid de verschillende concepten uitlegt, maar ook als geheugensteun voor eerder geleerde concepten.

In de achttiende eeuw ontmoetten vrijmetselaars elkaar voornamelijk in privékamers boven taveernes, en de symbolische ontwerpen werden op de vloer in het midden van de gehuurde kamer gekalkt. Er werd een eenvoudige grens getekend waarbinnen de verschillende symbolen, zoals een ladder, een touw en een accacia-tak, werden toegevoegd. Aan het einde van een bijeenkomst werd als praktische demonstratie van de geheimhoudingsplicht de tekening met een zwabber gewist.

Geleidelijk werden deze tekeningen vervangen door een afneembaar ‘vloerdoek’ waarop de verschillende symbolen waren geschilderd, en uiteindelijk werden er vanaf de 19e eeuw series tekenborden met een zekere mate van standaardisatie geproduceerd. In De Schatkamer van de Tekenborden zijn deze dragers van de vrijmetselaarssymbolen verzameld, als een specifiek, maar veelbetekend voorbeeld van het functioneren van een symbolische wereld.

De Schatkamer van de Tekenborden

In elke samenleving of (sub)cultuur functioneren symbolen als vloeibaar cement en muteren zij door veranderingen in de sociale orde. Tegenwoordig wordt er door populistische politiek en commercie meer dan ooit gebruik gemaakt van de communicatieve kracht van symbolen, terwijl we tegelijkertijd kunnen zien dat veel grafisch ontwerpers er (vanuit hun functionalistische conditionering) meer en meer een probleem mee lijken te hebben. Waarschijnlijk omdat symbolen onzuiver en archaïsch zijn, en onbeheersbaar in hun betekenis-effecten, verbonden met bijgeloof en irrationaliteit. Ze roepen associaties met verdachte stijlen en kitsch op. Als ontwerper heb je dan een probleem, symbolen produceren tegelijkertijd ‘te veel’ en ‘te weinig’ betekenis. En voor een opdrachtgever zijn dubbelzinnigheid en poëzie moeilijk meetbare en niet vast te pinnen fenomenen…

Maar als je vaststelt dat symbolen heel goed werken, juist ook om publieke en collectieve kwesties te verbeelden, dat ze verbluffend effectief vermoedens en suggestes opwekken, dan zou je moeten zoeken naar een manier er iets mee te doen! Natuurlijk op een nieuwe manier, speels, zonder dogmatische beperkingen. En is het niet juist aan de grafisch vormgever om manieren te vinden die magische verbindingen te leggen tussen het oude domein van de symbolen en het hedendaagse ontwerpen? In Het Paleis van Typografisch Metselwerk wil De Schatkamer van de Tekenborden inspireren om aan het werk te gaan met deze weerspiegelingen van de hogere bestaansvormen, deze suggestieve tekens van het onzegbare die onze geest weg voeren over de grenzen van het eindige!