] Tweede brief aan de Minister
floorplan Palace of Typographic MasonryPALACE about
(You are using a an older browser that can't show CSS Grids, so things might not look as intended.)

The Masonic Lobby

Tweede brief aan de Minister

Het Paleis van Typografisch Metselwerk voert een correspondentie met de Minister. Dit is de tweede van in totaal vier brieven.
Download de PDF van de door Goys & Birls vormgegeven brief hier en deel deze! Lees de brief in het Engels hier.

Geachte minister,

Uw reactie op mijn eerste brief is enthousiast ontvangen bij de postkamer van Het Paleis van Typografisch Metselwerk. Ik ben blij dat u durft op te biechten dat u zich nog niet eerder bewust was van de rol van grafisch ontwerpen in de publieke ruimte en het collectieve visuele geheugen. Wees gerust: u bent niet de enige!

Zoals ook niet veel mensen het verhaal kennen van esthetisch-idealist Jean François van Royen, die in 1904 in dienst trad bij het bestuur van het Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie. Deze Van Royen was zeer geïnteresseerd in de drukkunst, en hij had geen hoge dunk van het Rijksdrukwerk: “Want laten wij het in drie woorden zeggen: het Rijksdrukwerk is leelijk, leelijk, leelijk, d.i. driewerf leelijk in lettervorm, in zetwerk en in papier.'' Vanuit de overtuiging dat kunst de mens geestelijk verheft, gebruikte hij zijn invloed om de vormgeving te verbeteren en zocht daarvoor contact met toonaangevende kunstenaars en ontwerpers. Nadat Van Royen in 1942 was overleden, werd in zijn geest bij het bedrijf de Dienst voor Esthetische Vormgeving opgericht. Met het geloof in de heilzame werking van vormgeving ging de Dienst op zoek naar ontwerpen die speciaal, poëtisch, vernieuwend of vervreemdend waren en die nieuwe waarden en ideeën konden construeren en verbeelden.

‘Heilzame werking’ klinkt misschien wat pompeus, toch is de representatie van personen, de expressie van gevoelens, de verbeelding van de politieke en economische organisatie van de samenleving een serieuze zaak. Een democratie gedijt bij open en kritische burgers, nietwaar? Een visuele communicatie die een dialoog aangaat is dan noodzakelijk. Ik heb namelijk geleerd dat hindernissen creatieve stimuli zijn: door weerstand en weerbarstigheid worden we gedwongen na te denken. Een zekere mate van ontregeling doorbreekt de onverschilligheid. Vandaar dat complexiteit niet moet worden weggemoffeld, verontrustende elementen niet uitgewist, maar dat alles een plek moet krijgen in de representatie van het gevarieerde maatschappelijke landschap. U weet toch dat een samenleving die zich omringt met een varatie aan stemmen, vormen en zienswijzen zich een gezonde tolerantie zal aanleren? En dat is, naast een kritisch en creatief bewustzijn, een belangrijke voorwaarde voor een actieve democratie!

Om terug te komen bij Van Royen en de Dienst voor Esthetische Vormgeving: zij gaven letterlijk het goede voorbeeld. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond in ons land een bewustzijn dat het vormende ontwerpen de gemeenschap dient. Organisaties in de publieke sector, zoals ministeries, de nationale bank, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, musea en andere culturele instituten gaven grafisch ontwerpers het vertrouwen en de vrijheid om hun communicatie vorm te geven. De openbaarheid en democratisering van de jaren ’60 openden de deuren van de instituties voor de stem van de oppositie. Ontwerpers konden de geluiden van de maatschappij in hun poetische ontwerpen verwerken. Je zou kunnen zeggen dat in een actieve wisselwerking de representatie van de samenleving bottom-up werd opgebouwd.

En zo groeide er een ontwerp-cultuur die ons land vorm gaf: u kunt zich vast nog het hoofdletterloze telefoonboek, de poetische bankbiljetten, de heldere bewegwijzering van het vliegveld of de provocerende toneelaffiches herinneren. Grafisch ontwerpen boden nieuwe, alternatieve vensters op de werkelijkheid, hadden een eenheidsstichtende symboliek en speelden hun vormende rol in de ontwikkeling van de gemeenschap. Uiteindelijk bestond onze identiteit natuurlijk wel degelijk: dat was het diverse landschap geschilderd met het brede palet van visuele talen, van anarchistisch en ontregelend tot helder en direct, van dromerig en poëtisch tot koel en functioneel met dwarsverbanden tussen hoge en lage cultuur. Pluriform, maar een zeer kleurrijk en representatief geheel.

In de jaren ’80 werd ons land gezien als een grafisch ontwerp-paradijs. Men keek vanuit het buitenland vol bewondering naar dit vruchtbare ideaal, want de mate waarin een cultuur ruimte laat voor het innoverende vermogen van de verbeelding is één van de factoren die de mate van haar dynamiek bepalen. Het is niet vreemd dat in diezelfde tijd ons land werd gezien als gidsland met zeer actief burgerschap. U kunt het zich haast niet meer voorstellen, het klinkt als een sprookje, maar zo is het echt gegaan!

Hoogachtend,

De beheerder van Het Paleis van Typografisch Metselwerk